Gegevens

Geschreven door: Webmaster

Categorie: Seven

Geschreven: 30 november 1999

Hits: 13580

Twee jaar nadat de productie van de 6 eindigde, kwam zijn opvolger in productie. De Seven werd vrijwel tegelijk met de Elite geïntroduceerd. Twee meer verschillende auto's zijn nauwelijks denkbaar. De eerste Sevens hadden Ford zijklep motoren. Ze werden geleverd als bouwpakket. Ruitenwissers en een dakje moest je er als extra bijkopen. Het chassis van de Seven lijkt erg op dat van de XI sports racer. In 1958 ontstond de Super Seven met Coventry Climax motor en vierversnellingsbak. In 1960 werd de BMC A-serie motor leverbaar. Met lange spatborden werd hij geëxporteerd naar de VS. De Seven werd direct een populaire racer. In Nederland was Tonio Hildebrand een bekende Seven-coureur.

Omdat de Elite productieproblemen kende, was de Seven een belangrijke bron van inkomsten voor Lotus. Het chassis, dat extern gefabriceerd werd, was echter duur om te maken. Dit werd opgelost door de introductie van de Series 2, die een sterk vereenvoudigd chassis had. De motor uit de Ford Consul Classic was nu leverbaar, met Cosworth cylinderkop en dubbele carburateurs. Later werd ook de Cortina-motor in het gamma opgenomen. De neus was anders, de wielen waren kleiner geworden en voor had de auto schijfremmen gekregen. Er werden ongeveer 250 Serie 1 en 1350 Serie 2 Sevens geproduceerd. Begin jaren '60 werd de Seven slachtoffer van zijn eigen succes op het circuit: hij werd verbannen uit de productiesportwagenracerij en kreeg zijn eigen klasse: de Clubmans. De ultieme Clubmans-Seven was de Lotus 37, ofwel three-seven (1965), superlaag met volledig onafhankelijke ophanging.

Eind 1966 verhuisde de fabriek naar Norfolk en was men bij Lotus eigenlijk wel klaar met de Seven. Maar Caterham Cars zag nog een goede markt voor de auto, verwierf het exclusieve dealerschap en zorgde ervoor dat de Serie 3 geboren werd. Het chassis werd weer wat verstevigd, want dat van de S2 was toch iets te fragiel, en de motor werd een Ford Cortina 1600. Ook de achteras kwam nu van Ford. Van de Serie 3 maakte Lotus er ongeveer 350, waaronder 13 met een Lotus Twin Cam.

Inmiddels was Lotus met de Elan +2 begonnen om meer upmarket auto's te maken. De Seven paste hier niet in. Daarom werd de Serie 4 ontwikkeld. Een luxere Seven, die ook nog eens goedkoper te produceren was. De bedoeling was om een breder publiek aan te spreken, maar het werd geen succes. Vooral de vormgeving sprak in vergelijking met de oudere modellen niet aan. Dat er toch nog 625 gemaakt zijn, was vooral het gevolg van optimistische inschattingen over de verkoop: de stapel chassis die al geproduceerd was, werd opgemaakt.

In 1973 stopte Lotus met de productie van de Seven. Sinds die tijd wordt de Seven gebouwd door Caterham. Die begonnen met de S4, maar grepen al gauw weer terug op de oude S3-styling. Dat de Seven nog steeds zeer veel mensen aanspreekt blijkt wel uit de hoeveelheid replica's. Er zijn zo'n 60 verschillende producenten bekend en er komen nog steeds nieuwe bij.